De eigenwoningreserve die ontstaat wanneer u uw woning met winst verkoopt, kunt u verminderen door de verbouwingskosten af te trekken. Tot op heden kon dat alleen bij € 5.000,- of meer per kalenderjaar. Deze regeling is, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2004, komen te vervallen. Als gevolg hiervan kunt u nu ook (kleine) verbouwingskosten sneller in aftrek brengen op uw eigenwoningreserve.
Een eigenwoningreserve wordt bepaald door de opbrengst van de verkoop minus de verkoopkosten en eigenwoningschuld (meestal de bestaande hypotheek). Het doel van de reserve is dat u gestimuleerd wordt de overwinst te gebruiken voor de aankoop van een nieuwe woning. Leent u dit bedrag toch, dan is dit deel van de betaalde hypotheekrente niet aftrekbaar. Een (eventuele resterende) eigenwoningreserve wordt voor een periode van 5 jaar vastgesteld. Verbouwingskosten mogen hierop in mindering worden gebracht. Na deze periode komt ze te vervallen.
Op een gevormde reserve mogen dus de door u met eigen geld gefinancierde verbouwingen in mindering komen. Tot voor kort was het zo dat dit pas kon wanneer de kosten boven de € 5.000,- per jaar uitkwamen. Er werd daarbij geen rekening gehouden met gemaakte kosten uit andere jaren. Deze maatregel werd als onredelijk ervaren. Dat vond de overheid ook. De eerder vastgestelde grens is met het nieuwe besluit komen te vervallen. U hoeft dus niet meer met uw kleine verbouwingen te wachten en op te sparen. Het besluit heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2004.
Tip
Vanaf nu kunt u ook alle kleine verbouwingskosten in mindering brengen op een openstaande eigenwoningreserve. Hierdoor kunt u eerder een fiscaal aftrekbare hypothecaire lening afsluiten voor de verbouwing van (een deel van) uw woning. Bewaar wel de facturen!