Heeft u ervoor gekozen om uw pensioen in eigen beheer af te kopen, dan is deze afkoop belast. Wel profiteert u van een belastingkorting. Hoe hoog die is, hangt af van het afkoopmoment.

Maar wat nu als uw bv de netto afkoopsom niet aan u uitbetaalt maar schuldig blijft? Uit antwoorden van de Belastingdienst blijkt dat deze schuldigerkenning geen effect heeft op het te betalen belastingbedrag bij afkoop.

Afkoop met belastingkorting

Nu het niet langer is toegestaan om pensioen in eigen beheer op te bouwen, heeft u de keuzemogelijkheid om u reeds in eigen beheer opgebouwde pensioen in 2017, 2018 of 2019 tegen de fiscale waarde af te kopen. Deze afkoop is belast, maar u krijgt wel een belastingkorting. In 2017 is dit 34,5%. Er is dan loonheffing verschuldigd over 65,5% van de fiscale waarde van de pensioenaanspraak op 31 december 2015. De waardestijgingen na die datum zijn volledig belast. In 2018 bedraagt de belastingkorting 25% en in 2019 19,5%.

De bv moet over het afkoopbedrag (afkoopwaarde minus de belastingkorting) loonheffing inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. Dit afkoopbedrag kwalificeert als loon uit vroegere dienstbetrekking. Bovendien moet uw bv de netto afkoopsom aan u uitbetalen.

Schuldigerkenning

Stel nu dat de bv niet voldoende financiële middelen heeft en daarom deze afkoopsom aan u schuldig blijft. U krijgt dan een vordering op uw bv. Gezien de financiële situatie is deze vordering lager dan de nominale waarde van de netto afkoopsom. Dat roept de vraag op of voor de berekening van de verschuldigde loonheffing bij afkoop mag worden uitgegaan van deze lagere waarde. Het antwoord is nee. De lagere waarde is niet van invloed op de verschuldigde belasting. Er moet gewoon loonheffing worden ingehouden en afgedragen over de afkoopwaarde van de pensioenaanspraak minus de belastingkorting, ongeacht de beperkte financiële middelen van de bv.