1. Mogelijkheden voor opgebouwd pensioen in eigen beheer

Eindejaars tips 2017 voor de bv en de dgaSinds 1 juli 2017 is de opbouw van pensioen in eigen beheer niet meer mogelijk. De dga heeft drie jaar de tijd (2017, 2018, 2019) om te kiezen wat hij wenst te gaan doen met zijn reeds in eigen beheer opgebouwde pensioen. Er zijn drie mogelijkheden:

  • Fiscaal geruisloos afstempelen naar fiscale waarde gevolgd door afkoop met een korting en zonder revisierente;
  • Fiscaal geruisloos afstempelen naar fiscale waarde gevolgd door omzetting in een oudedagsverplichting (OV);
  • Het bevriezen van het bestaande pensioen in eigen beheer.

Afkopen kan in 2017, 2018 en 2019. De korting wordt echter elk jaar lager: van 34,5% in 2017, naar 25% in 2018, tot 19,5% in 2019. De korting wordt toegepast op de fiscale waarde per 31 december 2015. Koopt u af in 2017, dan bent u derhalve loonheffing verschuldigd over 65,5% van de fiscale balanswaarde per 31 december 2015. Het verschil tussen de fiscale waarde per afkoopdatum en per 31 december 2015 wordt voor 100% belast. Het jaar van afkoop is niet van invloed op de revisierente: zowel bij afkoop in 2017 als in 2018 en in 2019 bent u geen revisierente verschuldigd.

Ook omzetten in een oudedagsverplichting kan in de jaren 2017, 2018 en 2019. Zet u om in een oudedagsverplichting en wilt u alsnog afkopen? Dan is dit in de jaren tot en met 2019 nog mogelijk met de korting en zonder revisierente.

Tip:
Welke keuze u moet maken, is niet eenvoudig te bepalen. Ook is niet elke keuze altijd mogelijk, bijvoorbeeld omdat liquide middelen voor afrekening met de Belastingdienst ontbreken of omdat de instemming van een ex-partner nodig is. Overleg met onze adviseurs over uw mogelijkheden en de voor- en nadelen van de mogelijke keuzes in uw persoonlijke situatie.

2. Minder vennootschapsbelasting vanaf 2019

De beide tarieven van de vennootschapsbelasting gaan volgens het regeerakkoord van het Kabinet Rutte III in 2019 met 1%-punt omlaag, in 2020 met nog eens 1,5%-punt en in 2021 daarbovenop nog eens met 1,5%-punt. De voorgenomen verlenging van de eerste tariefschijf van € 200.000 per 2018 en volgende, blijft achterwege. Voor deze schijf bedraagt het tarief in 2019 dus 19%, in 2020 17,5% en vanaf 2021 16%. Voor de tweede schijf vanaf € 200.000 geldt in 2019 een tarief van 24%, in 2020 22,5% en vanaf 2021 21%.

3. Keer vóór 2020 dividend uit

Als tegenhanger voor de aangekondigde verlaging van de Vpb-tarieven gaat volgens het regeerakkoord van het Kabinet Rutte III de aanmerkelijkbelangheffing (box 2) in 2020 omhoog van 25% naar 27,3%. Vanaf 2021 geldt een verdere verhoging naar 28,5%. Het is daarom lonend een eventuele dividenduitkering vóór 2020 te laten plaatsvinden.

4. Voorkom belastingrente: verzoek om een voorlopige aanslag

Met betrekking tot uw aanslag vennootschapsbelasting 2017 rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2018 een rente van 8%! Voorkom dat u deze hoge rente verschuldigd wordt en controleer of uw voorlopige aanslag juist is. Is deze te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan.

Tip:
Vraag ook om een lagere voorlopige aanslag als uw voorlopige aanslag te hoog is. In tegenstelling tot vroeger kunt u niet meer ‘sparen’ bij de Belastingdienst. De Belastingdienst vergoedt namelijk over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag.

5. Lager gebruikelijk loon voor innovatieve start-ups

Wordt uw bv voor toepassing van de S&O-afdrachtvermindering in 2017 als starter aangemerkt? U mag uw gebruikelijk loon dan vaststellen op het wettelijk minimumloon. U kunt deze start-upregeling maximaal drie jaar toepassen.

6. Lager gebruikelijk loon voor andere dga’s

Ook dga’s die niet als dga van een innovatieve start-up worden aangemerkt, kunnen het gebruikelijk loon onder voorwaarden lager vaststellen dan € 45.000. Er geldt namelijk een tegenbewijsregeling voor de hoofdregel dat het loon van een dga het hoogste van de volgende bedragen bedraagt:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  • het hoogste loon van de overige werknemers van de bv of daarmee verbonden vennootschappen (lichamen);
  • € 45.000.

Let op!
Om het loon lager dan € 45.000 vast te stellen, moet u aannemelijk maken dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 45.000. Lukt dat niet, dan bedraagt het gebruikelijk loon altijd minimaal € 45.000.

7. Verminder gebruikelijk loon met kostenvergoedingen

Kostenvergoedingen kunt u in mindering brengen op het gebruikelijk loon. Het maakt niet uit of de kostenvergoedingen belast of onbelast zijn. Denk bijvoorbeeld aan een onbelaste vergoeding voor maaltijden of reiskosten.
Door de vermindering van het gebruikelijk loon, dat in 2017 minstens € 45.000 dient te bedragen, betaalt u als dga minder belasting in box 1.

8. Beperking verliesverrekening

Het Kabinet Rutte III heeft aangekondigd de termijn van voorwaartse verliesverrekening voor de vennootschapsbelasting te willen terugbrengen naar zes jaar in plaats van de huidige negen jaar. Het is nog niet duidelijk wanneer de beperking wordt ingevoerd en of er eventueel een overgangsregeling komt.

 

Heeft u vragen of wilt u meer informatie neem dan contact op met ons.