Een werknemer heeft meerdere mogelijkheden om te kunnen bewijzen dat hij in een kalenderjaar maximaal 500 privékilometers met de auto van de zaak heeft gereden.
De gebruikelijke en aanvaardbare manieren om te bewijzen dat u als werknemer met de auto van de zaak op kalenderjaarbasis maximaal 500 kilometer in privé heeft gereden zijn:
- een sluitende kilometeradministratie/rittenadministratie;
- een schriftelijke afspraak tussen werkgever en werknemer in de vorm van een ‘verbod privégebruik bestelauto’ of ;
- een ‘verklaring geen privégebruik’ verstrekt door de Belastingdienst.
Bovengenoemde stukken zijn schriftelijke stukken. Bij de Hoge Raad is de vraag aan de orde gekomen of het bewijs altijd met schriftelijke stukken moet worden geleverd. De Hoge Raad heeft deze vraag, in navolging van een eerder arrest uit 1989, ontkennend beantwoord. De vrije bewijsleer staat toe dat u in principe vrij bent in de manier waarop u wilt aantonen dat u niet meer dan 500 km per jaar rijdt met de auto van de zaak. Dit brengt dus met zich mee dat u ook met een overtuigende mondelinge verklaring het bewijs levert.
Let op!
Aangezien de bewijslast die op u drukt zwaar is, raden wij u af om de mondelinge manier als enige bewijsvorm te gebruiken.