De staatssecretaris van Financiën heeft nieuwe regels geformuleerd rondom woon-werkverkeer en BTW. Bij uw berekening van de ‘BTW correctie privégebruik auto’ voor 2011 dient u rekening te houden met deze nieuwe regels.
Het woon-werkverkeer werd voor de BTW – evenals voor de loon- en inkomstenbelasting – gezien als zakelijk gebruik van de auto van de zaak. Door nieuwe regelgeving is dat per 1 juli 2011 gewijzigd. Vanaf die datum wordt het woon-werkverkeer voor de BTW aangemerkt als privégebruik van de auto van de zaak.
Wat wordt onder woon-werkverkeer verstaan?
Voor de BTW wordt onder woon-werkverkeer verstaan: het (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de vaste werkplaats(en)/bedrijfadres. Deze definitie gaat ervan uit dat het in de regel aan u is om uw woonplaats/verblijfplaats te kiezen. Daarbij dient u rekening te houden met uw vaste werkplaats (die bepalend is voor de lengte van het traject) en de wijze waarop het woon-werktraject wordt afgelegd.
Het bovenstaande betekent dus dat, indien u reist naar andere plaatsen dan de vaste werkplaats of het bedrijfsadres, dit niet wordt aangemerkt als woon-werkverkeer. Zo zal het reizen van een bouwvakker naar de bouwplaats normaliter geen woon-werkverkeer zijn (tenzij dit als vaste werkplaats is overeengekomen). Ook bijvoorbeeld het reizen van een onderhoudsmonteur naar het adres van een klant valt daar dan niet onder.
Let op!
Ook het gebruik van bestelauto’s voor woon-werkverkeer kwalificeert als privégebruik.