De Hoge Raad heeft in het Deliveroo-arrest aangegeven dat voor de bepaling of sprake is van een arbeidsovereenkomst een holistische benadering geldt. Dat betekent dat naar alle feiten en omstandigheden moet worden gekeken. In een recente zaak viel die beoordeling uit in het nadeel van de persoon die zich beriep op het bestaan van een arbeidsovereenkomst.

Casus

Geen arbeidsovereenkomst op basis van Deliveroo-criteria

Er waren drie managementovereenkomsten gesloten waarin was afgesproken dat twee heren en een dame door middel van hun persoonlijke holdings managementdiensten voor een bedrijf zouden verrichten. De overeengekomen managementfee verschilde per persoon. Ze vormden samen het managementteam (mt), waarbij de mannen de functies van ceo respectievelijk customer succes officer (ccso) bekleedden en de vrouw de functie van chief commercial officer (cco), waarin ze eindverantwoordelijk was voor het sales- en marketingteam.

Op enig moment hebben de beide heren een bericht op intranet gezet zonder overleg met het vrouwelijke mt-lid, waarin ze aangaven dat zij zou gaan vertrekken. Er vond een algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) plaats waarin de vrouw werd ontslagen als statutair bestuurder. De vrouw verzocht de kantonrechter om een verklaring voor recht dat sprake was van een arbeidsovereenkomst en dat ze ten onrechte op staande voet was ontslagen.

Deliveroo-criteria

De kantonrechter kijkt voor de beoordeling van de vraag naar diverse criteria en komt in deze zaak tot de conclusie dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst maar van een overeenkomst van opdracht.

Vervangbaar?

Alhoewel ze de werkzaamheden persoonlijk moet verrichten, kon ze zich laten vervangen. Dit heeft zich overigens niet voorgedaan. Ze was bovendien samen met de ceo en de ccso een van de oprichters van het bedrijf en heeft zich ook steeds als zodanig intern en extern gepresenteerd. Daarbij heeft ze zich laten adviseren over de managementovereenkomst door een belastingadviseur. Ze factureerde haar managementfee via haar holding en bracht btw in rekening. Ook liep ze commercieel risico. Ze was als algemeen directeur van het bedrijf alleen en zelfstandig bevoegd en heeft zich zowel intern als extern gedragen als ondernemer en oprichter van het bedrijf.

Conclusie

Genoemde punten leiden er toe dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, maar van een overeenkomst van opdracht. De dame in kwestie is dan ook terecht ontslagen als statutair bestuurder door de AVA.