De zzp’er staat volop in de belangstelling, met name de fiscale behandeling van de zzp’er en daaraan gekoppeld de vraag of de zzp’er zelfstandige is of in loondienst. In deze advieswijzer worden deze onderwerpen nader belicht.

Zzp staat voor zelfstandige zonder personeel. Als zzp’er bent u dan ook gewoon ondernemer, maar dan zonder personeel. Veel zzp’ers hebben slechts één of enkele belangrijke opdrachtgevers. In deze situaties speelt vaak de vraag op of de zzp’er echt als zelfstandige werkt of in loondienstverband. Het zelfstandig ondernemerschap is fiscaal voordeliger, maar daar staat tegenover dat u wel zelf de risico’s voor bijvoorbeeld omzet en arbeidsongeschiktheid  moet dragen.

Inkomstenbelasting: zelfstandige of loondienst

Of u als zelfstandige of in loondienst werkt, is afhankelijk van gemaakte afspraken, feiten en omstandigheden. Van loondienst is sprake als u persoonlijk arbeid verricht, in een gezagsrelatie staat met uw opdrachtgever en een vergoeding ontvangt. Uw opdrachtgever wordt dan werkgever en moet loonheffingen en premies inhouden en afdragen.

Binnen de categorie zelfstandige wordt nog een onderscheid gemaakt tussen ondernemers en resultaatgenieters. Dit onderscheid is van belang voor bepaalde fiscale voordelen die een ondernemer wel en een resultaatgenieter niet kan genieten. Het verschil tussen ondernemer en resultaatgenieter kan heel klein zijn en is niet in een algemene definitie te vangen. Men zou kunnen zeggen dat resultaatgenieters hun zelfstandige werkzaamheden vaak meer naast hun andere werkzaamheden doen, minder ondernemingsrisico’s lopen, minder kapitaal investeren en minder opdrachtgevers hebben. 

Voorbeelden resultaatgenieters
‘freelancers’ zoals auteurs van artikelen en boeken, cursusleiders en docenten worden vaak aangemerkt als resultaatgenieters. 

In tegenstelling tot werknemers zijn ondernemers en resultaatgenieters niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen (ZW, WW, WIA). Zij betalen zelf hun inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (4,85%).

Belastingvoordelen ondernemers (ondernemersfaciliteiten)

Als ondernemer voor de inkomstenbelasting heeft u fiscale voordelen die u als resultaatgenieter of werknemer niet heeft. De belangrijkste voordelen zijn de zelfstandigenaftrek van € 7.280 en de MKB-winstvrijstelling van 14% van de winst. 

Zelfstandigenaftrek 

De zelfstandigenaftrek geldt alleen voor ondernemers die ten minste 1225 ondernemingsuren in een jaar maken en van hun werkzame uren meer dan de helft aan hun onderneming besteden. Deze laatste voorwaarde geldt overigens niet in de eerste vijf jaar dat u ondernemer bent. De zelfstandigenaftrek bedraagt € 7280. 

Let op!

De Belastingdienst kan het aantal ondernemingsuren controleren. Houd daarom een goede urenregistratie bij! 

Het bedrag van de zelfstandigenaftrek is beperkt tot maximaal het bedrag van uw winst. Heeft u een lage winst, waardoor u de zelfstandigenaftrek niet geheel in aftrek kunt brengen op uw winst? Dan kunt u het niet-benutte deel van de zelfstandigenaftrek doorschuiven naar de volgende negen jaren.

Tip:
Voor de zelfstandigenaftrek tellen alle uren mee die u besteedt aan uw onderneming. Daaronder vallen bijvoorbeeld uren die u besteedt aan uw administratie, het maken van offertes, reistijd naar klanten, het inrichten van uw website, het opstellen van nieuwsbrieven en het volgen van cursussen en opleidingen voor uw bedrijf.

In de eerste vijf ondernemersjaren hebben ondernemers naast de zelfstandigenaftrek maximaal drie jaar recht op de startersaftrek van € 2123  Bovendien geldt in deze drie jaar niet de beperking dat de zelfstandigenaftrek maximaal het bedrag van de winst bedraagt. 

MKB-winstvrijstelling

De MKB-winstvrijstelling geldt alleen voor ondernemers. De vrijstelling bedraagt 14% van de winst na aftrek van de andere ondernemersaftrekken (waaronder de zelfstandigenaftrek).

Oudedagsreserve

Met de oudedagsreserve kan binnen de onderneming gespaard worden voor pensioen. De toevoeging per jaar is maximaal 9,8% van de winst en maximaal € 8631. 

Let op!
Met de oudedagsreserve legt u geen geld opzij voor een oudedagsvoorziening. Het geld blijft juist binnen de onderneming. Bij staking van de onderneming valt de oudedagsreserve in de winst en moet u erover afrekenen of de oudedagsreserve omzetten in een oudedagsvoorziening. Om die reden is het niet altijd gunstig om een oudedagsreserve op te bouwen. Laat u hierover goed adviseren door onze adviseurs. 

Berekening belastingvoordelen ondernemer, resultaatgenieter en werknemer

Het belastingvoordeel van ondernemer, resultaatgenieter en werknemer laat zich toelichten met het volgende voorbeeld. Het vertrekpunt is een brutovoordeel van € 30.000.

   Winst Resultaat Loon
Brutovoordeel  30.000 30.000 30.000
Af: zelfstandigenaftrek 
 
 7.280    
  ————————————
Belast voordeel na zelfstandigenaftrek  22.720  30.000 30.000
Af: mkb-winstvrijstelling   3.181    
  ———————————— 
Belastbare winst/belastbaar resultaat/belastbaar loon 19.539 30.000 30.000
       
Belastingheffing (IB/PVV)   7.132 11.509 11.509
Af: Arbeidskorting   2.220 2.220 2.220
Af: Algemene heffingskorting   2.203 1.967 1.967
  ———————————— 
Per saldo te betalen IB/PVV  2.709  7.322  7.322
Te betalen inkomensafhankelijke bijdrage ZVW      948  1.455        0
  ———————————— 
Totale heffing    3.657  8.777  7.322
       
 Brutovoordeel  30.000  30.000  30.000
 Af: heffing   3.657  8.777  7.322
  ————————————- 
Nettovoordeel   26.343  21.223 22.678

Let op!
In deze vergelijking lijkt loon gunstiger te zijn belast dan resultaat, omdat de werknemer niet zelf de inkomensafhankelijke bijdrage hoeft te betalen. In de praktijk zal de werkgever met deze werkgeverslasten echter rekening houden bij de vaststelling van het loon. 

Als ondernemer of resultaatgenieter betaalt u zelf de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. U betaalt 4,85% over een bijdrage-inkomen van maximaal € 51.976. 

Verklaring arbeidsrelatie 

In een verklaring arbeidsrelatie (VAR) verklaart de Belastingdienst of u uw inkomsten geniet als ondernemer (VAR-WUO), als resultaatgenieter (VAR-ROW) of als werknemer (VAR-loon). Alleen een VAR-WUO geeft uw opdrachtgever zekerheid dat hij  geen loonheffingen en premie hoeft in te houden. De VAR wordt per 1 januari 2016 afgeschaft en vervangen door modelovereenkomsten.  Tot die tijd kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers echter nog gebruik maken van de VAR. 

De VAR zegt niets over hoe de Belastingdienst de arbeidsrelatie beoordeelt bij het vaststellen van uw aanslag inkomstenbelasting. Het is dus mogelijk dat de inspecteur ondanks uw VAR WUO bij de afhandeling van uw aangifte inkomstenbelasting toch het standpunt inneemt dat u geen ondernemer bent. U heeft dan geen recht op bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling.

Let op!
In 2015 kunnen zzp’ers nog blijven werken met hun VAR die geldt voor 2014. Wijzigen de werkzaamheden, omstandigheden en/of voorwaarden waaronder de zzp’er werkt? Of heeft hij nog geen VAR, maar heeft hij er wel een nodig? Dan kan in 2015 nog een VAR aangevraagd worden. Die is alleen geldig in 2015.

Voorbeeldovereenkomsten

Vanaf 1 januari 2016 gaan modelovereenkomsten de VAR vervangen. Opdrachtnemers (zoals zzp’ers) en opdrachtgevers kunnen dan gaan werken met een door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst. Er komt hiervoor een ruime keuze aan modelovereenkomsten welke op de website van de Belastingdienst gepubliceerd gaan worden. 

Tip!
Liever een eigen overeenkomst gebruiken? Dat wordt mogelijk. Opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen een eigen overeenkomst aan de Belastingdienst voorleggen. 

Mits er daadwerkelijk wordt gewerkt volgens een dergelijke overeenkomst is er zekerheid vooraf over de gevolgen voor de loonheffingen. Opdrachtgever en opdrachtnemer zijn beiden verantwoordelijk voor een juiste naleving van de overeenkomst. Wordt gewerkt volgens de overeenkomst, dan hebben beiden de zekerheid dat geen sprake is van een dienstbetrekking en er geen loonheffingen hoeven te worden afgedragen en voldaan. Wordt op een andere manier gewerkt, dan geldt deze zekerheid niet.   

Een beoordeelde voorbeeldovereenkomst zegt niets over hoe de Belastingdienst de arbeidsrelatie beoordeelt bij het vaststellen van uw aanslag inkomstenbelasting. Het is dus mogelijk dat de inspecteur ondanks dat ingevolge de voorbeeldovereenkomst geen loonheffingen en premies hoeven worden ingehouden, bij de afhandeling van uw aangifte inkomstenbelasting toch het standpunt inneemt dat u geen ondernemer bent. U heeft dan geen recht op bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling.

Opting-in voor ‘pseudowerknemers’

Opdrachtnemers die geen ondernemer zijn en ook geen dienstbetrekking hebben, hebben ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. Voor opdrachtgevers kan het in deze situaties moeilijk zijn om de soort arbeidsrelatie vast te stellen. Het gaat vaak om meer incidentele werkzaamheden en werkzaamheden waarbij kleine ondernemersrisico’s worden gelopen. Voorbeelden zijn inkomsten van gastouders, van artiesten of beroepssporters, uit huishoudelijke werkzaamheden voor anderen en uit auteurswerkzaamheden. 

Heeft de opdrachtnemer geen VAR WUO en is geen sprake van een dienstbetrekking? En wil de opdrachtgever toch het risico voor de loonheffingen beperken? Dan kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer gezamenlijk opteren voor de loonheffingen. Dat doen zij met het formulier ‘Verklaring Loonheffingen Opting-in’.

De opting-in-regeling geldt niet voor de werknemersverzekeringen. De pseudowerknemer wordt dus niet door opting-in verzekerd voor de werknemersverzekeringen. De opdrachtgever is ook niet verplicht de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet te vergoeden. De keuze voor opting-in heeft geen arbeidsrechtelijke gevolgen.

Tip:
Na de melding moet de opdrachtgever loonheffingen inhouden en betalen. Ook kan de opdrachtgever de pseudowerknemer laten deelnemen aan een pensioenregeling. Op de beloning van de pseudowerknemer moet de werkgever de lage bijdrage Zvw (4,85%) inhouden 

Werkruimte in de woning

Veel zzp’ers werken vanuit huis. Werkt u in een werkruimte in uw eigen woning en wilt u de kosten voor uw werkruimte in aftrek brengen? Dat kan alleen als u aan twee stringente voorwaarden,  de zelfstandigheidseis en de inkomenseis, voldoet.

Zelfstandigheidseis

Uw werkruimte voldoet aan het zelfstandigheidscriterium als deze een zodanige zelfstandigheid bezit dat deze duidelijk te herkennen is. Hierbij moet u bijvoorbeeld denken aan de aanwezigheid van een eigen ingang, eigen sanitair en de mogelijkheid om de werkruimte aan derden te verhuren.

Let op!
Een werkplek in een woon-, slaap- of zolderkamer wordt in ieder geval niet als kwalificerende werkruimte aangemerkt. Een tot kantoor verbouwde garage met eigen ingang en sanitair kan dat wel zijn. 

Inkomenseis

Uw werkruimte voldoet aan het inkomenscriterium als u uw inkomen voor een groot gedeelte in of vanuit deze ruimte verdient. Is dit uw enige werkruimte dan moet u uw inkomen voor ten minste 30% in de ruimte en voor ten minste 70% in of vanuit de ruimte verdienen. Heeft u nog een andere werkruimte dan moet u uw inkomen voor ten minste 70% in de ruimte verdienen.

Let op!
De regels voor de kostenaftrek van de werkruimte thuis zijn complex. Neem daarover contact met ons op. 

Auto op de zaak of privé

Voor veel zzp’ers is een belangrijke vraag of het voordeliger is om de auto op de zaak te zetten of privé te houden. Het antwoord op deze vraag is niet eenvoudig te geven. Dit is namelijk onder meer afhankelijk van de hoogte van de afschrijvingen, de onderhoudskosten, de verzekeringskosten, de motorrijtuigenbelasting, eventuele financieringskosten, de CO2-uitstoot van de auto, het aantal in een jaar te rijden privé- en zakelijke kilometers en de btw-gevolgen. Als u deze gegevens helder voor ogen zou hebben, kunt u berekenen wat voordeliger is. Maar over het algemeen zijn deze gegevens echter niet volledig bekend. In dat geval moet u uitgaan van schattingen en kan de werkelijkheid afwijken van de berekeningen. 

Toch zijn er wel wat algemene handvatten te geven.

Houdt u de auto privé, dan kunt u € 0,19 per zakelijke kilometer, inclusief woon-werkkilometers, aftrekken van uw winst. Houdt u hiervoor wel een goede zakelijke rittenregistratie bij. Dit is vaak fiscaal gunstig voor auto’s die al enige jaren oud zijn, met relatief veel zakelijke kilometers. 

Privégebruik auto: inkomstenbelasting

Voor de auto op de zaak moet u de autokostenbijtelling opgeven vanwege het privégebruik. Het woon-werkverkeer geldt als zakelijk, ook als u thuis gaat lunchen. In 2015 is het standaardbedrag 25% van de catalogusprijs inclusief BPM en btw. Afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto kan een lagere bijtelling gelden. 

Tabel percentage bijtelling privégebruik auto 2015

Categorie

CO2-uitstoot in gram per kilometer

 4% bijtelling 0
7% bijtelling 50 gram of minder
14% bijtelling meer dan 50, maar niet meer dan 82
20% bijtelling meer dan 82, maar niet meer dan 110
25% bijtelling

meer dan 110

Categorie
CO2-uitstoot in gram per kilometer

Let op!

In 2016 gelden nog vier bijtellingcategorieën: 4%, 15%, 21% en 25%. De plannen zijn om vanaf 2017 de bijtellingscategorieen terug te brengen naar twee: 4% voor de volledig elektrische auto en 22% voor alle overige auto’s.

Privégebruik auto: omzetbelasting

Van een zakelijke auto mag u de btw die toerekenbaar is aan het privégebruik niet in aftrek brengen. Als u geen kilometers bijhoudt dan moet u in de laatste aangifte van het jaar 2,7% van de catalogusprijs aangeven als btw-privégebruik. Heeft u de btw bij aanschaf niet afgetrokken? Dan hanteert u een percentage van 1,5%.

Let op!
De keuze tussen de auto privé of zakelijk is complex. Neem daarover contact met ons op. 

Ziekte en arbeidsongeschiktheid 

Als zzp’er bent u niet verzekerd voor werknemersverzekeringen. Dit betekent dat u zelf het risico van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkeloosheid moet afdekken. 

Voor ziekte en arbeidsongeschiktheid kan dit bijvoorbeeld door een verzekering af te sluiten bij een verzekeraar. Komt u uit loondienst of uit een uitkering, dan is het ook mogelijk om uw verplichte werknemersverzekering tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid vrijwillig voort te zetten bij het UWV. Een medische keuring is dan niet vereist. Voorwaarde is wel dat u zich binnen dertien weken na het einde van uw verplichte verzekering aanmeldt bij het UWV. 

Een zzp’er die niet of moeilijk verzekerbaar (bijvoorbeeld door medische problemen) is, kan gebruik maken van de vangnetverzekering die sommige particuliere verzekeraars aanbieden. Deze verzekering staat echter alleen open voor ondernemers die korter dan vijftien maanden zelfstandig zijn. 

Pensioen

Zzp’ers kunnen op verschillende manieren sparen voor pensioen. Het is mogelijk om bij een verzekeraar, bank of beleggingsinstelling een lijfrentepolis af te sluiten of te sparen op een geblokkeerde spaarrekening. De premies of gespaarde bedragen zijn onder voorwaarden fiscaal aftrekbaar. 

Komt u uit loondienst dan kunt u de pensioenregeling van uw voormalige werkgever mogelijk vrijwillig voortzetten. Raadpleeg uw pensioenregeling of deze optie geboden wordt. De pensioenpremie ter zake van de vrijwillige voorzetting is tot maximaal tien jaar na beëindiging van de dienstbetrekking fiscaal aftrekbaar. 

Ook met de oudedagsreserve kan binnen de onderneming gespaard worden voor pensioen. U legt echter geen geld opzij, maar houdt het geld binnen uw onderneming. Bij staking van de onderneming moet u afrekenen of de oudedagsreserve omzetten in een oudedagsvoorziening. Om die reden is het niet altijd gunstig om een oudedagsreserve op te bouwen. Laat u hierover goed adviseren door onze adviseurs. 

Let op!
Voor bepaalde beroepen geldt een verplichte beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling. Ga daarom bij uw vakvereniging na of voor uw beroep een verplichte pensioenregeling geldt. 

Tot slot

In deze advieswijzer is de (fiscale) behandeling van de zzp’er nader belicht. Veelal zullen de fiscale gevolgen afhankelijk zijn van de persoonlijke feiten en omstandigheden. Neem daarom voor meer informatie over uw eigen situatie contact met ons op.