Het kabinet wil voor iedereen een gelijke belastingvrijstelling voor inkomen uit vermogen (box 3). De extra verhoging van het heffingvrije vermogen voor ouderen (ouderentoeslag) komt dan ook te vervallen per 1 januari 2016. Dit kan gevolgen hebben voor de AOW-gerechtigde met inkomen uit sparen en beleggen.

Ouderentoeslag

In box 3 geeft u uw inkomen uit sparen en beleggen op. Daarover betaalt u belasting. Een vast bedrag van uw vermogen is echter vrijgesteld. Dit zogenoemde heffingvrije vermogen bedraagt € 21.330 (2015) per belastingplichtige. Heeft u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, dan kan dit heffingvrije vermogen nog worden verhoogd met een ouderentoeslag. 

Let op!
U heeft alleen recht op de ouderentoeslag wanneer u aan het eind van het kalenderjaar de AOW-leeftijd heeft bereikt en uw inkomen uit werk en woning (box 1) niet meer is dan € 20.075 (2015). Bovendien mag uw vermogen na aftrek van het heffingvrije vermogen (grondslag sparen en beleggen) en vóór toepassing van de ouderentoeslag niet meer bedragen dan € 282.226 (€ 564.451 voor fiscale partners, 2015).

De ouderentoeslag vervalt vanaf 2016. Door het vervallen van deze extra verhoging van het heffingvrije vermogen betaalt u als AOW-gerechtigde mogelijk meer belasting over het jaar 2016. Dit kan ook gevolgen hebben voor eventuele toeslagen die u ontvangt of andere tegemoetkomingen waarbij uw inkomen of vermogen een rol speelt. 

Tip:
De Belastingdienst heeft aan de hand van diverse rekenvoorbeelden de gevolgen in kaart gebracht van het wegvallen van de ouderentoeslag.