Ook voor de omzetbelasting is er sprake van vermogensetikettering. U heeft bij de aanschaf van een investeringsgoed de mogelijkheid om dit geheel of ten dele tot uw bedrijfsvermogen te rekenen óf het goed in zijn geheel tot uw privévermogen te rekenen. Dit heeft wel consequenties voor de aftrek van de voorbelasting.
Welke btw is aftrekbaar?
- U rekent het investeringsgoed tot uw bedrijfsvermogen: de btw die bij de aanschaf hoort is geheel aftrekbaar. Over het privégebruik bent u btw verschuldigd.
- U rekent het investeringsgoed deels tot uw bedrijfs- en deels tot uw privévermogen: enkel de btw over het zakelijke gedeelte (het bedrijfsvermogen) is aftrekbaar.
- U rekent het investeringsgoed geheel tot uw privévermogen: de btw die u hierover betaalt, is niet aftrekbaar.
Herziening
Bij de aanschaf van een goed schat u in dat u deze voor 80% zult gebruiken voor belaste zakelijke activiteiten en voor 20% privé. U rekent het goed voor 80% tot uw bedrijfsvermogen. De voorbelasting mag in dat geval ook maar voor 80% worden afgetrokken. Indien u het goed in de volgende jaren meer voor privé gaat gebruiken, moet de teveel afgetrokken btw worden terugbetaald. Dit wordt de herziening genoemd. De herzieningstermijn is voor roerende investeringsgoederen vijf- en voor onroerende investeringsgoederen tien jaar.
Voorbeeld
U schaft een computer aan voor € 7000 (excl. € 1330 btw) Deze btw heeft u voor 80% (= € 1064) als voorbelasting afgetrokken. Voor het gebruik geeft u jaarlijks € 1100 (excl. 209 btw) uit. Deze btw trekt u volledig af als voorbelasting. In het tweede jaar gaat u de computer voor 30% privé gebruiken. Over het toegenomen privégebruik moet btw betaald worden.
De btw over de aanschafkosten moeten in vijf gelijke stukken verdeeld worden. Dit komt neer op € 1330:5 = € 266. Bij de aanschaf heeft u 80% van de voorbelasting afgetrokken (€ 1064). Een vijfde deel hiervan is € 213.
Door de wijziging van het privégebruik in het tweede jaar heeft u recht op een aftrek van € 186 (70% van € 266). Werkelijk heeft u € 213 afgetrokken. Het verschil van € 27 (€ 213 -/- € 186) moet u betalen.
Ook moet u aan het einde van elk jaar de afgetrokken btw over de kosten van gebruik en onderhoud herzien. In dit voorbeeld betekent dit dat u in het 1e jaar € 42 moet betalen (€ 1.100 x 20% = € 220 x 19%) en in het 2e jaar € 63 (€ 1.100 x 30% = € 330 x 19%).
Let op!
Indien het privégebruik afneemt, mag u niet alsnog een hoger btw-bedrag over de aanschaf aftrekken.