De vraag van welke aftrekposten u in aftrek kunt brengen en welke niet, is zo oud als de weg naar Rome. Hof Leeuwarden heeft in een uitspraak opnieuw de bakens aangegeven en verhelderd.

In het bewuste geval wenste een Hoogleraar zijn ”scholingsuitgaven”, bestaande uit PC upgrade-, software- en vakliteratuurkosten ter waarde van € 4.837,- van zijn belastbaar inkomen uit werk en woning af te trekken. Zowel de inspecteur als het daarna geconsulteerde Hof, waren een andere mening toegedaan. Laatstgenoemde instantie verduidelijkt met haar uitspraak het kader waarbinnen scholingskosten (van u of uw partner) wel of niet afgetrokken kunnen worden.

Ten eerste moet er sprake zijn van echte scholingsuitgaven. In de wet omschreven als ”uitgaven van de belastingplichtige voor een door hem (of haar) gevolgde opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning”. De uitgaven moeten reëel zijn en direct verband houden met een leertraject. Het gaat om kosten, lasten en afschrijvingen voor de gevolgde opleiding of studie. Zo is vakliteratuur alleen aftrekbaar als: ”er een zodanig verband tussen de literatuur en het volgen van een leertraject bestaat dat de literatuur in de gegeven omstandigheden naar het spraakgebruik als leerboek of leermiddel kan worden aangemerkt”. Daarnaast is het begrip leertraject (lees: verwerven van kennis onder begeleiding van een derde) essentieel. Zelfstudie voldoet daarbij niet. De rechter vond een leertraject onvoldoende aanwezig bij de Hoogleraar.
Ten derde is het van belang dat de drempel van € 500,- wordt gehaald, maar dat de € 15.000,- niet wordt overschreden (wanneer de studie buiten de standaardperiode valt).

Tip:
Studiekosten zijn aftrekbaar wanneer ze u in staat stellen om uw inkomenspositie te handhaven of uw financiële situatie te verbeteren. Er moet wel sprake zijn van echte scholingsuitgaven. Zij moeten daarnaast jaarlijks de grens van € 500,- overschrijden.